De advent – het thema van dit concert van kamerkoor Quartna – is bij uitstek een tijd van verwachtingen. In de Christelijke liturgie is men in afwachting van de komst van de Verlosser, en zelfs in meer profane sferen ziet men uit naar het nieuwe licht.
In de adventstijd 'openen wij onze – mentale – poorten' en zien we halsreikend uit naar de dingen die spoedig komen gaan (Byrd: Tollite portas).
Natuurlijk, we hadden 't allang kunnen weten, want zijn komst was al ruim tevoren aangekondigd! (Briegel: Zeugnis Johannis) en er waren allerlei voortekenen, want midden in de nacht, bijvoorbeeld, worden er 'stemmen uit de hemel' gehoord, hij komt eraan! (Tallis: Audivi Vocem), en er wordt gezegd: 'Hij is het teken waar de volkeren op hebben gewacht' (Strategier: O Radix Jesse).
Welnu dan: 'Richt uw hoofd op en open de poorten om de machtige en glorieuze koning binnen te laten'! (Mathias: Lift up your heads). ...maar wie is dat dan die machtige koning? Johannes? Nee, zoals deze zelf getuigt: hij, Johannes, is slechts een roepende in de woestijn; een wegbereider voor diegene om wie het eigenlijk gaat. Maak ruim baan voor de Heer! (Ives: This is the record of John).
Ook in meer directe zin is de advent een verwachtingsvolle tijd: 'vrees niet Maria, je zult een kind dragen en ter wereld brengen, dat de zoon van de allerhoogste zal worden genoemd' (Victoria: Ne Timeas). En Maria zegt daarover: 'zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd/ van nu af prijst ieder geslacht mij zalig' (Victoria: Magnificat & Pärt: Magnificat).
Tenslotte gaan de stoutste verwachtingen in vervulling: 'Licht, warm en zwaar als puur goud, en de engelen zingen zacht voor het nieuw geboren kind' (Whitacre: Lux Aurumque).
Naast tien gezongen stukken door kamerkoor Quartna, waaronder soms ook tekstueel identieke moderne tegenhangers van de renaissancemuziek, zullen tijdens dit concert Karin Bijsterveld op fluit en Peter Peters op orgel enkele instrumentale stukken ten gehore brengen: van Georg Friedrich Händel een Adagio en Allegro uit zijn Sonates, en drie liederen van Caccini en Caldara. Deze laatste drie korte werken zijn oorspronkelijk liederen, door ons licht bewerkt voor fluit en orgel. Het gaat om drie liefdesliedjes die met elkaar gemeen hebben dat ze hoop uitdrukken. Om die reden passen ze wat ons betreft heel goed bij de tijd vóór kerst. In het eerste lied is de ik-figuur op zoek naar liefde. In het tweede blijft hij hoop houden, ook al blijkt hij lang op de liefde te moeten wachten. In het laatste lied heeft hij de liefde nog altijd niet gevonden (ze is moeilijk te veroveren), maar sluit hij de goede afloop niet uit.
Tenslotte zal de dichter Wiel Kusters twee overwegingen met ons delen: één over de Advent en een andere over Maria en Kerstmis.
© 2021 Kamerkoor Quartna